Agatha van Embden was de dochter van Albert Maurits van Embden (hoogleraar Staatshuishoudkunde) en Justina van Hall (onderwijzeres). Het terrein Heicop komt in de familie uit nalatenschap van Justina’s moeder Agatha Petronella Theodora van Hall-Kalff. Omdat Albert van Embden half joods is vlucht het gezin in 1939 naar Scandinavië waar het tot 1947 zou blijven. Agatha groeit op in Scandinavië en zal haar liefde voor de Scandinavische natuur voor de rest van haar leven blijven waarderen. Haar voorliefde voor dit type bos is tot op de dag van vandaag zichtbaar op Heicop.
Op 7 mei 1937 wordt Heicop in een notariële akte als volgt omschreven; Het huis met twee schuren, ondergrond, erf en daarbij gelegen percelen heide, hakhout, driest en bouwland te Maarn. Kadastraal sectie A nrs. 97, 718, 719 en 1552, te zamen groot 6.63.70 H.A.
Agatha heeft haar levensloop beschreven en nagelaten aan de Stichting van Embden van Hall. Op aanvraag kan het bestuur ten behoeven van wetenschappelijk onderzoek inzicht geven in de notariële akten en bij hoge uitzondering in Agatha’s persoonlijke noten die inzicht geven in Agatha’s afwegingen en beslissingen in relatie tot de geest van de tijd.
Agatha heeft geen gemakkelijk leven gehad en ondanks dat heeft zij steeds de kracht gevonden om het leven weer op te pakken. Het maakte haar geen gemakkelijke vrouw om mee om te gaan. Haar levensloop geeft nader inzicht en toont het beeld van een trots mens met een enorme veerkracht. La Vida Nueva, Mijn nieuwe leven… pronkte in 1993 op de gevel van haar nieuwe huis is Rijs.